2017 0903 CdN dag 7 Piñeres - La Isla
Blijf op de hoogte en volg Anita
03 September 2017 | Spanje, Colunga
De tocht naar Ribadesella is best gemakkelijk. Beetje op en neer gaande bospadjes, heerlijk onverhard lopen. Mooi rustig begin voor vandaag. In Ribadesella sta ik in een klein straatje bij het huisje van Jonathan (Casina de Jonathan) foto’s te maken als daar ineens de tortilla pelgrim komt aan wandelen met een hele groep andere pelgrims in zijn kielzog. Hij vraagt of ik al tortilla op heb. Nee, zeg ik, ik ga zo op zoek. Maar eerst wijs ik ze op de felgekleurde traptreden naast het blauwe huisje. Er worden heel wat foto’s gemaakt.
Hierna gaan we gezamenlijk op jacht naar Café con leche en tortilla. In een beetje Spaanse stad is dat op dit tijdstip geen echte uitdaging. We kunnen kiezen. Naast een fruitwinkel, handig voor de dagelijkse boodschappen, strijken we neer op het terras. Al gauw is het een gezellige boel. Rugzakken overal, verhalen, koffie, tortilla, en nog meer aanwaaiende pelgrims. We nemen steeds meer plek in op het terras. Als ik mijn tas wil pakken om op te stappen, begint er net een jonge pelgrim aan een verhaal wat mijn oren op steeltjes zette.
Het zelf helen van je lichaam, luisteren naar de signalen van je lijf en er ook iets mee doen, antipathie tegen de medicijnindustrie, positief denken, er kwamen allerlei zaken voorbij die op dit moment ook in mijn leven een hele grote rol spelen. Ademloos heb ik naar zijn betoog zitten luisteren. Hoewel zijn medepelgrims aandachtig luisterden hadden ze toch hun bedenkingen bij zijn verhaal. Waarom geen medicijnen nemen? Ze zijn er toch voor? Hij stelde de vraag of de medicijnindustrie er niet juist bij gebaat is om zoveel mogelijk zieke mensen te hebben, dat is namelijk omzet! Worden er de laatste jaren niet bewust medicijn hypes gecreëerd? Hoe komt het dat het lijkt dat iedereen ineens aan de cholesterolverlagers zit? Jonge kinderen die een beetje anders dan anders zijn, drukker zijn en meteen het stempel ADHD krijgen en dus ook medicijnen slikken. Heeft iemand ooit een kind in de jungle gezien dat medicijnen slikt? Vitamine preparaten, ze zijn niet aan te slepen. Wat is er mis met gewoon gezond leven, eten, genoeg bewegen en buitenlucht? Tja, daar had niemand echt meteen een antwoord op. Is ook best lastig natuurlijk. Duidelijk is wel dat hij al vele stappen verder is dan zijn leeftijdgenoten. Een jongen die over dit soort zaken duidelijk al heel veel nagedacht heeft. Hij vroeg zich echt af of simpele kwaaltjes niet op een geheel andere wijze aangepakt kunnen worden. Niet meteen naar medicijnen grijpen, maar kijken naar de achterliggende oorzaak en daarmee aan de slag gaan. Een bijzonder jongen. Een mooi mens, een oude ziel in een jong lichaam. Wat een wijsheid.
Het volgende stuk van de route denk ik nog een hele poos na over deze bijzondere wending op het terras. De route gaat op en neer door een glooiend landschap. Ik kom langs een albergue maar laat deze voor wat het is, nog veel te vroeg om nu al te stoppen. Grappige St. Jacobsuitingen langs de weg maken dat ik regelmatig met een grote glimlach op mijn gezicht verder wandel. Mensen zijn hier duidelijk heel erg bezig met de camino en het vermaken van de pelgrims.
Onderweg zie ik steeds vaker van die grappige houten huisjes op palen. Mijn Tinyhouse liefde krijgt op deze manier heel veel voer. Ik fantaseer hoe je van deze huisjes best een heel leuk Tiny house zou kunnen maken. Waar ze nu voor dienen is me nog niet geheel duidelijk. Het zijn vierkante huisjes op palen van zo’n 20 m2 gok ik. Het rare is dat er nergens ramen in zitten. Als ik Vega binnenloop lijkt het alsof ik een kunstenaarsdorp binnenwandel. Overal prachtige schilderingen op de muren. Wauw….dit is echt gaaf. Ik kom ogen te kort. Na Vega heb ik de keuze. De officiële weg volgen of over het strand verder gaan. Ik kan vanaf het punt waar ik sta niet goed inschatten of ik terug moet naar dit punt of dat ik over het strand verder kan en dan de bergen weer in kan gaan. Ik neem de gok. Het is heerlijk weer, ik ben wel weer toe aan een voetenbad. Hup schoenen uit en gaan. Het water is heerlijk. Ik zie aan het eind van het strand mensen lopen het is best een flink stuk. Mijn logica zegt dat ik daar dan ook van het strand af moet kunnen. Ik loop door. Als ik iemand van de berg over een klein paadje zie afdalen weet ik het zeker, ik kan er daar weer op. Met een gerustgesteld gevoel leg ik mijn rugzak bij een grote kei, spreid mijn handdoek uit, en ga ff lekker languit liggen. Ik hoor ineens de zee ruisen…….waar ben ik? Ik open mijn ogen…….en vind mezelf terug op het strand. O ja…..ik was aan de wandel. Hoelang ik hier heb liggen pitten, geen flauw idee, lekker was het wel. Ik kom langzaam overeind en geniet van het moment. Wat een luxe, gewoon even een luie pelgrim zijn. Ik eet mijn yoghurtje, een appel, een granenreepje, drink nog wat en pak dan mijn spulletjes weer in.
Hup naar het smalle paadje en proberen de berg te beklimmen. Het eerste stukje ga ik echt op handen en blote voeten de berg op. Het is een prachtig geitenpaadje wat in heel korte tijd stijl omhoog loopt. Ik passeer twee hekjes, en komt dan bij een stenige parkeerplaats. Hier wordt het tijd om toch de schoenen maar weer aan te trekken. Maps.me nog even te raadplegen en mijn weg naar de camino weer te vinden. Alles lukt. 10 minuten en een hoop stijgen later zie ik de vertrouwde gele markeringen weer. Het is vandaag strandjes dag. Als ik een uurtje verder gelopen heb en bijna bij La Isla in de buurt ben zie ik weer een fantastisch strandje. Veel kleiner dan bij Vega, lastiger te bereiken ook, maar toch waag ik een poging. Op handen en voeten daal ik af naar het zand. Grote rotsen belemmeren het zicht naar boven. Ik leg mijn tas neer, spreid mijn handdoek uit en kijk eens om me heen. Als ik ergens de kans heb om te zwemmen in zee dan is het hier. Ik neem de gok. Mijn spullen rol ik in mijn poncho, zo is het één overzichtelijk pakketje wat ik makkelijk in de gaten kan houden. Ik wandel 10 meter en ben in de zee. Wat is dit lekker. Het zonnetje schijnt, de zee ruist, ik mag het water in. Het paradijs op aarde. Ik loop zo ver als ik durf de zee in. Het water is eerst heel koud maar al snel went het, voelt het zelfs aangenaam. De golven zijn best sterk, ik spring omhoog als er weer een flinke golf aanspoelt. Koppie onder is me net iets te heftig. Ik laat me door de lucht drogen en kleed me weer aan. Als ik net weer op het mooie paadje loop en nog even geniet van het uitzicht bedenkt ineens St. Clara dat het mooi geweest is voor vandaag. Oeps….Toch maar gauw mijn poncho gepakt en over mijn rugzak gedrapeerd. Die houd ik toch wel graag droog. De temperatuur blijft hoog. Echt nodig is het niet om het ding aan te hebben.
Het blijft een beetje halen en brengen, soms een paar dikke druppels, en dan weer droog. Het wordt nu toch echt wel tijd de albergue te vinden. Ik hoor dat alleen de particuliere herberg in La Isla open is, de muncipal is gesloten vanwege bedbugs. Oké. Dan de particuliere herberg.
Een hartelijk weerzien volgt met bekenden en voorstellen aan de nieuwe gezichten. Na het douchen en eten heb ik nog een rondje over het strand gelopen. Mijn bed staat nog net niet op het strand. Het is werkelijk maar een 50 meter denk ik. Vanaf mijn bed, ik lig voor het eerst in het bovenste bed deze camino, kijk ik uit over de baai van La Isla. Wat een prachtig plekje.
Wat zal ik lekker slapen.
Welterusten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley